Vragen? Bel ons van 9:00 tot 17:00 op +31 522 20 21 20

Help onze tuindieren een handje!

We zorgen natuurlijk goed voor onze huisdieren. In weer en wind slapen ze lekker en warm in hun mandje binnen en uiteraard verwennen we ze met het beste voer en de lekkerste snacks. Maar wist je dat ook de dieren in je achtertuin wel wat extra hulp kunnen gebruiken?

Veel mensen staan er misschien niet bij stil, maar eigenlijk gaat het helemaal niet zo goed met onze wilde dieren. Verlies aan biodiversiteit is al jaren een groot probleem. Dat komt omdat de natuur steeds meer onder druk staat, voornamelijk door verlies aan leefgebied, landbouw, ontbossing en overexploitatie.

Ook in Nederland en België speelt dit probleem. Vogels, egels, insecten… Het zijn veelal de dieren die in onze eigen achtertuin wonen die er het hardste onder lijden. Zo vinden vogels steeds minder geschikte voedselplekken omdat onze bebouwde kom steeds dichter wordt bebouwd. Ook de sterke afname van het aantal insecten is rampzalig nieuws voor de natuur. Insecten zijn namelijk erg belangrijk voor onze ecosystemen.

Gelukkig kunnen we daar zelf iets aan doen. Buitendieren maken namelijk graag gebruik van tuinen. Ook van een balkon of een kleine stadstuin kun je met gemak een diervriendelijke tuin maken. En alle beetjes helpen! Verwelkom jij deze kleine, wilde dieren ook graag in je tuin of op je balkon? Met deze tips zorg je voor een diervriendelijk verblijf:

  1. Meer groen in je tuin. De stelling is niet voor niets: hoe meer tegels, hoe minder egels. Dus hup, trek die tegels eruit en plant er bloemen, struiken en bomen voor in de plaats. Het hoeft ook allemaal niet zo netjes en steriel, laat die uitgebloeide planten, afgevallen takken en bladeren dus maar gewoon liggen. Onder die bladeren kunnen insecten een veilig verblijf vinden, en daar profiteren andere dieren als vogels ook weer van. Ook egels houden van een grote hoop bladeren als slaap- en winterverblijf. En zeg nou zelf, een haag met struiken is toch veel mooier dan zo’n kale schutting?

  2. Voer wilde dieren bij. Zeker in de winter kunnen ze wel wat extra calorieën gebruiken, maar in principe mag je het hele jaar door bijvoeren. Voer verschillende soorten voer om meerdere soorten vogels te helpen: vetbollen, pinda’s, vogelpindakaas, zadenmengsels, broodkruimels en fruit. Ook egels mogen gerust worden bijgevoerd. En wist je dat insecten zoals vlinders ook graag fruit eten?

  3. Veel vogels gebruiken graag een nestkast. Ook voor egels, eekhoorns en zelfs vleermuizen zijn er kasten beschikbaar als verblijfplaats. En ook een insectenhotel is erg nuttig om in je tuin op te hangen, om zo leefruimte te creëren voor verschillende insectensoorten.

  4. Misschien een open deur: maak geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Deze lijken misschien snel en effectief maar bieden op de lange termijn zeker geen duurzaam resultaat voor flora en fauna. Er zijn vaak dan ook geschiktere, dier- en milieuvriendelijkere alternatieven beschikbaar.

  5. Zorg voor water. In een kleine tuin of op een balkon maakt een waterschaal al het verschil, insecten en vogels drinken hier graag uit. Insecten kunnen verdrinken in een vogelbadje: het water kan te diep zijn. Een paar stenen, schelpen of knikkers in het water geven de insecten wel de mogelijkheid om te drinken. En het staat nog leuk ook.

Heb je iets meer ruimte, maak dan bijvoorbeeld een visvrij vijvertje met planten en een oever die gelijkmatig afloopt, dit is een ideale plek voor libellen, kikkers en salamanders. Ook kunnen vogels hier drinken en in bad gaan.