Kattenaids is een virusziekte die veroorzaakt wordt door het Feline Immunodeficiëntie Virus (FIV). FIV is wereldwijd een van de meest voorkomende infectieziekten bij katten. Bij geïnfecteerde katten valt FIV het immuunsysteem aan, waardoor dat niet meer goed functioneert en de kat kwetsbaar wordt voor andere infecties. Een kat met kattenaids kan ernstig ziek worden van normaal gesproken onschadelijke bacteriën, virussen, schimmels e.d. die in de omgeving voorkomen. Dit gebeurt gelukkig niet bij iedere kat – sommige katten met FIV vertonen nooit symptomen van kattenaids en worden net zo oud als hun soortgenoten zonder FIV.
Is FIV hetzelfde als HIV?
FIV is vergelijkbaar is met het Humaan Immunodeficiëntie Virus (HIV) dat bij mensen AIDS veroorzaakt. Beide virussen zijn soortspecifiek. Mensen kunnen dus niet ziek worden van FIV en katten niet van HIV.
Hoe raakt een kat besmet met FIV?
FIV wordt voornamelijk tussen katten overgedragen door bijtwonden van een geïnfecteerde kat. Het virus wordt niet verspreid door normaal, niet-agressief contact tussen katten. Omdat FIV wordt overgedragen via bijtwonden, lopen niet-gecastreerde katers die buiten komen het grootste risico op een FIV-infectie. Ook bij zwerfkatten, asielkatten en katten die buiten komen komt FIV vaker voor.
Wat zijn de symptomen van een kat met FIV?
We onderscheiden drie fasen bij een infectie met FIV:
1. de acute fase,
2. de asymptomatische (of latente) fase,
3. de progressieve fase.
Acute fase
De acute fase van een FIV infectie treedt meestal 1 tot 3 maanden na infectie (de bijtwond) op. Het virus verspreid zich in dit stadium naar lymfeknopen door het hele lichaam. Katten hebben in de acute fase vaak vergrote lymfeknopen, koorts, zijn sloom en willen niets eten. Het komt ook voor dat katten niet tot nauwelijks ziek zijn. Deze fase kan dus makkelijk over het hoofd worden gezien.
Asymptomatische (latente) fase
Na de acute fase komen katten in een asymptomatische fase, die maanden tot meerdere jaren kan duren. Gedurende deze tijd vermenigvuldigt het virus zich zeer langzaam in de cellen van het immuunsysteem. Katten in deze fase vertonen geen tekenen van ziekte. Soms komen bij bloedonderzoek afwijkingen voor, zoals een laag aantal witte bloedcellen of een verhoging van bepaalde bloedeiwitten. Sommige katten blijven hun hele leven in dit stadium en worden nooit ernstiger ziek.
Progressieve fase
In deze fase werkt het immuunsysteem van de kat niet meer goed. Dit betekent dat de kat erg gevoelig wordt voor zogenaamde ‘secundaire’ infecties. Een secundaire infectie is een infectie door een bacterie, virus, schimmel e.d. die ontstaat na een eerste (‘primaire’) ziekte. De secundaire infectie kan zich ontwikkelen omdat het immuunsysteem van de kat verzwakt is.
Katten kunnen in dit stadium chronische, terugkerende infecties van de huid, ogen, urinewegen of bovenste luchtwegen ontwikkelen. Ontsteking van het tandvlees en het slijmvlies van de mondholte (gingivostomatitis) komen ook vaak voor.
Katten met FIV hebben meer kans op het ontwikkelen van tumoren en immuungemedieerde bloedaandoeningen dan gezonde katten. Gewichtsverlies, gedragsveranderingen en neurologische problemen kunnen ook voorkomen. De ernst van deze secundaire ziekten varieert, maar zodra katten ernstige infecties of tumoren ontwikkelen, bedraagt de overlevingsduur meestal niet meer dan een paar maanden.
Hoe wordt de diagnose van FIV gesteld?
Wanneer een kat met FIV wordt geïnfecteerd, ontwikkelt zijn immuunsysteem antilichamen tegen het virus die de rest van zijn leven in het bloed aanwezig blijven. Om FIV te diagnosticeren, wordt bloed van de kat onderzocht op de aanwezigheid van deze antilichamen. Dit kan vaak worden uitgevoerd met behulp van een sneltest (snaptest) bij de dierenartsenpraktijk.
Deze test is zoals alle diagnostische testen niet 100% betrouwbaar. In sommige scenario's is een enkele test niet voldoende is om te bepalen of een kat echt met FIV is geïnfecteerd of niet.
Wat is de behandeling van een kat met FIV?
FIV is helaas niet te genezen.
Het hoogst haalbare bij een kat met FIV is om achteruitgang te voorkomen. Veel katten met FIV kunnen vele jaren een normaal, gezond leven leiden als ze op de juiste manier worden begeleid. Sommige met FIV besmette katten ontwikkelen zelfs nooit symptomen.
Voor een kat waarbij FIV is vastgesteld, zijn de belangrijkste doelen: 1. het verminderen van het risico op het krijgen van secundaire infecties en 2. het voorkomen van de verspreiding van FIV naar andere katten.
Deze doelen kunnen het beste worden bereikt door:
• Houd je kat met FIV binnen. Dit voorkomt besmetting van andere katten, maar voorkomt ook dat jouw kat met FIV ziek wordt door contact met bacteriën, virussen e.d. van buitenkatten.
• Introduceer niet zomaar nieuwe katten in je huishouden. Dit kan zorgen voor onrust, stress en eventueel vechten. Als huisgenoten niet met elkaar vechten maar een stabiele, sociale groep vormen, is er geen risico op overdracht van FIV naar andere katten in het huishouden.
• Laat katten met FIV die nog niet zijn geholpen zo snel mogelijk steriliseren of castreren.
• Geef katten met FIV een hoogwaardige, complete en uitgebalanceerde voeding. Geef geen rauw vlees.
• Laat je FIV-kat regelmatig, liefst elke 6 maanden, controleren en wegen door je dierenarts.
• Zorg ervoor dat je kat goed gevaccineerd is.
• Zorg voor een goede parasietenbestrijding.
• Ondersteun de gezondheid en weerstand van je kat met supplementen.
Heb je na het lezen van dit artikel nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op.