Vragen? Bel ons ma t/m vrij van 9:00 tot 17:00 op 0522 20 21 20 

Heeft je hond suikerziekte?

Voer voor honden met diabetes >

Wat als je hond suikerziekte heeft?

Wanneer een hond suikerziekte heeft gaat er kort gezegd iets mis in het lichaam waardoor suikers niet op de juiste manier verwerkt kunnen worden.

Wat is suikerziekte bij een hond?

Een hondenlichaam heeft suikers nodig als brandstof. Normaal gesproken regelt het hormoon insuline het suikergehalte in het bloed. Dit hormoon wordt aangemaakt in de alvleesklier (pancreas). Insuline zorgt ervoor dat de suiker van het bloed naar de lichaamscellen gaat en daar wordt omgezet in energie of energievoorraad. Wanneer het lichaam geen insuline of weinig insuline aanmaakt raakt het suikergehalte in het bloed ontregeld en wordt er te weinig afgezet naar de lichaamscellen. Deze verstoring heet suikerziekte (diabetes).

Verschillende typen suikerziekte

Bij een hond kunnen er drie verschillende typen voorkomen, namelijk type I, III en IV. Het laatste type kan alleen ontstaan bij teefjes en wordt ook wel zwangerschapsdiabetes genoemd. Suikerziekte ontstaat dan door de hormonen die aangemaakt worden naar een periode van loopsheid (schijnzwangerschap). Deze hormonen zorgen dat glucosegehalte in het bloed hoger wordt.

Type I is het meest voorkomende type. De cellen die in de alvleesklier insuline produceren worden dan door het eigen immuunsysteem afgebroken. Hierdoor wordt er te weinig insuline aangemaakt. Dit type komt vooral voor bij honden van middelbare of oudere leeftijd.

Ongeveer één derde van de honden kampt met type III. Hierbij zorgen hormonen ervoor dat óf het lichaam niet meer goed reageert op insuline óf dat er meer suikers aangemaakt worden.

Hoe ontstaat suikerziekte bij honden?

Suikerziekte ontstaat voor een groot gedeelte door erfelijke aanleg. Sommige hondenrassen zijn er gevoeliger voor dan andere hondenrassen. Voorbeelden van rassen met een vergroot risico op suikerziekte: cockerspaniël, teckel, dobermannpincher, Duitse herder, golden retriever, labrador, keeshond, terriër en toypoedel. Teefjes hebben over het algemeen meer kans op het ontstaan van de ziekte. Daarnaast zijn er nog andere factoren die invloed kunnen hebben:

  • overgewicht kan leiden tot een verminderde gevoeligheid voor insuline. Hierdoor is er meer insuline nodig voor hetzelfde effect.
  • andere ziekten kunnen ook invloed hebben op de hoeveelheid suiker of de aanmaak van insuline.
  • sommige medicijnen, vooral bij langer gebruik kunnen een risico geven op het ontwikkelen van diabetes.

De symptomen van suikerziekte bij een hond

Honden die suikerziekte hebben:

  • drinken en plassen meer dan normaal;
  • hebben veel eetlust/honger;
  • vermageren.

Symptomen in een vergevorderd stadium kunnen zijn:

  • braken;
  • sloomheid;
  • zwakte

Ook kan het zijn dat de lens van zijn/haar oog troebel wordt. Dit wordt ‘staar’ genoemd en kun je herkennen aan een witte waas die over het oog valt.

Hoe te behandelen?

Suikerziekte is over het algemeen goed te behandelen. De behandeling van suikerziekte bestaat uit medicijnen in combinatie met regelmaat.

Medicijnen

Om het tekort van insuline op te vangen dient het baasje de hond twee keer per dag te injecteren met dit hormoon. Dit dient te gebeuren vlak voor de maaltijd. Hierdoor kan de insuline de nieuwe suikers uit het eten vervoeren naar de lichaamscellen. Hierbij is het op tijd geven van de maaltijd is erg belangrijk.

In het begin dient er onderzocht te worden hoeveel insuline de hond nodig heeft. Dit wordt gedaan door regelmatig het suikergehalte in het bloed te meten. Wanneer de juiste hoeveelheid is gevonden dan controleert de dierenarts het suikergehalte in het bloed om het kwartaal.

Regelmaat

Regelmaat is erg belangrijk voor een hond met suikerziekte. Voer je hond op vaste tijdstippen. Ook beweging dient met een bepaalde regelmaat te gebeuren. Door vaste maaltijden en beweging kan de benodigde insuline worden bepaald.

Overgewicht en diabetes

Wanneer je hond overgewicht heeft en er is suikerziekte vastgesteld, dient je hond direct af te vallen. Dit kan door middel van speciaal dieetvoer voor honden met diabetes. Kies voor een voer met veel vezels en samengestelde suikers (koolhydraten), en vermijd eenvoudige suikers (glucose, fructose). De dierenarts kan je een juiste voeding adviseren. Daarnaast is beweging erg belangrijk in het afvalproces. Lees hier meer over overgewicht.

Steriliseren

Bij teefjes die nog niet gesteriliseerd zijn en type IV gediagnosticeerd hebben is sterilisatie nodig. Hierdoor wordt de hond niet meer schijnzwanger na de periode van loopsheid, waardoor het hormonen die zorgen dat de glucose hoger worden verdwijnen uit het lichaam. Hierdoor is de hond beter te behandelen en is het makkelijker de juiste hoeveelheid insuline vast te stellen. 

Dierenarts

De dierenarts kan via een bloed- én urineonderzoek controleren of jouw hond suikerziekte heeft. Vervolgens wordt een behandelingsplan opgesteld waarin er gezocht gaat worden naar juiste hoeveelheid insuline. Wanneer deze hoeveelheid is gevonden, dien je ieder kwartaal de suikerwaardes te laten controleren.