Wanneer je een oudere hond hebt is het belangrijk dat je extra alert bent op de gezondheid van jouw huisdier. De juiste voeding is hierbij het halve werk. Maar wanneer is je hond eigenlijk ‘senior’? Dit hangt nogal al van de lichaamsgrootte van je hond. Over het algemeen worden kleinere rassen ouder dan grotere rassen. Daarom houden we voor kleine rassen 8 jaar en voor grotere rassen 6 jaar aan.
Wanneer je een senior hond heb is het belangrijk om over te stappen op voer dat rekening houdt met de voedingsbehoefte van een oudere hond.
Tips
Algemene tips voor en verbetering van de leefkwaliteit van een oudere hond:
- Zorg voor een comfortabele ligplek. Let er op dat de ligplek een niet al te hoge instap heeft.
- Zet de voer- en drinkbak iets hoger, zodat de hond niet te ver hoeft te bukken.
- Zorg voor regelmaat en voldoende beweging. Kies bijvoorbeeld voor meer kortere wandelingen i.p.v. één lange wandeling.
- Blijf je hond regelmatig ontwormen én bescherm je hond tegen vlooien met een anti-vlooienmiddel.
- Blijf je hond mentaal uitdagen met een zoekspelletje of hondenpuzzel.
Jaarlijkse controle
Laat je hond minimaal 1x per jaar controleren door een dierenarts. Deze check omvat onder meer een uitgebreid lichamelijk onderzoek, controle van het gebit en een vaccinatie. Veel dierenartsen bieden tegenwoordig een extra half-jaarlijkse controle aan. Tijdens deze controle worden het lichamelijk onderzoek en de controle van het gebit nogmaals herhaald, dit om eventuele afwijkingen zo vroeg mogelijk vast te kunnen stellen. Dit lijkt misschien veel, maar let wel: 1 jaar in mensenjaren is 5 jaar in hondenjaren.